Lekker is niet altijd gezond…
door Maryo van den Berg


Konijnen zijn pure planteneters, ofwel herbivoren. Hun lange darmstelsel is gemaakt om grote hoeveelheden vezelig voedsel te verteren. Voedsel voor konijnen bestaat uit een verteerbaar en een onverteerbaar deel. Verteerbaar voedsel bevat alle nodige voedingsstoffen. Het gaat langzaam door het spijsverteringsstelsel zodat de voedingsstoffen kunnen worden opgenomen. Het andere deel bestaat uit grote hoeveelheden onverteerbare vezels, die zorgen voor een snelle darmbeweging. Eet een konijn te weinig vezels dan zal de darmwerking trager gaan, waardoor het verteerbare voedsel niet goed verteerd wordt en darmproblemen kunnen ontstaan. Voedsel met zoveel mogelijk vezels is dus het belangrijkste onderdeel van de dagelijkse voeding van een konijn.

Welke vezels?
Goede vezels worden geleverd door hooi, stro, takken en groenvoer zoals wilde planten en kruiden maar ook groenten. Fruit bevat ook vezels maar mag slechts zeer beperkt gegeven worden omdat het veel suiker bevat. Hooi is de belangrijkste vezelleverancier. Het is structuurrijk dus je konijn moet er intensief en lang op kauwen. Hierdoor slijten de kiezen, die bij een konijn altijd doorgroeien, goed af. Hooi bevat verder alle vitaminen en mineralen die een konijn nodig heeft. Een konijn dient daarom dag en nacht hooi tot zijn beschikking te hebben. Stro is ook een goede vezelleverancier maar bevat niet zoveel voedingsstoffen als hooi. Als een konijn erg veel stro eet, loopt hij het risico op verstoppingen. Stro kan daarom wel gegeten worden door een konijn, maar het mag nooit het hooi vervangen. Bij de dierenspeciaalzaak kun je voorverpakt hooi en stro kopen. Deze ruwvoeders zijn vers, en van hoogwaardige kwaliteit
Het 'geperste' hooi is niet aan te raden. Dat is veel te droog en hard. Het losse hooi in plastic zakken is wel goed, koop ik zelf ook (smaakjeshooi)

Een dansje voor biks
Een konijn dat teveel kant en klaar voer krijgt, zal geen trek meer hebben in hooi. Hierdoor laat het konijn het belangrijkste voedsel liggen. Nu ontstaat het risico op een slechte spijsvertering en op haken aan de kiezen.
Kant en klaar voer ofwel hardvoer mag dus nooit het hoofdmenu zijn. Het dient naast het hooi gegeven te worden. Een goed konijnendieet bestaat uit veel hooi en weinig hardvoer. Een konijn dat weinig hardvoer krijgt en veel hooi, zal aanvallen op het hardvoer in plaats van er zo nu en dan een hapje van te nemen.

Er zijn twee soorten hardvoer te koop bij de dierenspeciaalzaak, namelijk biks en gemengd voer.
Biks zijn langwerpige, kleine geperste staafjes, groenbruin van kleur. Ze zien er saai uit maar voor een konijn dat verstandig, dus niet te veel gevoerd wordt is het een delicatesse waar het een dansje voor doet. Het grote voordeel van biks is dat een konijn niet selectief kan eten en daardoor alle voedingstoffen in een juiste verhouding opneemt. Het ene merk biks is geschikter dan het andere. Let erop dat er geen Robenidine of Meticlorpindol in de biks verwerkt is. Dit zijn middelen om preventief coccidiose te bestrijden en niet geschikt voor huiskonijnen. Verder is het belangrijk om te letten op het vezel-, eiwit- en vetgehalte van het voer. Vezelgehalte is het liefst 14-18%, eiwitgehalte lager dan 14% en vetgehalte maximaal 2.5%. Calciumgehalte van het voer mag niet hoger zijn dan 1,0% . Dit alles geldt overigens ook voor het gemengde voer.

Lekkerbekken
Gemengd voer ziet er door de kleurtjes aantrekkelijk uit om te kopen. Maar de gekleurde toevoegingen die er zo leuk uitzien, zijn vaak juist niet zo gezond voor een konijn. Hele maïs, erwten, bonen en de donkerbruine kleine, kogelronde bolletjes: Johannesbroodpitten, kunnen gevaarlijk zijn. Vooral de laatste zijn te hard om kapot te knagen en kunnen, als ze ongekauwd worden ingeslikt, voor een verstopping zorgen die fataal verloopt. Wanneer je gemengd voer koopt kun je er beter op letten dat de maïs, erwten en bonen geplet zijn, en dat de Johannesbroodpitten ontbreken.
Konijnen zijn vaak enorme lekkerbekken. Als ze de keuze hebben, zijn ze geneigd de lekkere gekleurde dingen uit het voer te eten en de biks te laten voor wat hij is. Door dit selectieve eetgedrag krijgt het konijn niet de juiste verhouding vitaminen en mineralen, zoals calcium, binnen. Verder worden er verhoudingsgewijs te veel koolhydraten opgenomen, waardoor kwalen kunnen ontstaan zoals de plakkerige ontlasting die dik aankoekt onder de staart. Bij gemengd voer is het belangrijk dat je juist zoveel voert, dat het konijn binnen enkele uren alles op heeft, dus ook de biks, terwijl hij daarnaast veel hooi blijft eten. Alleen dan heeft je konijn profijt van de uitgebalanceerde voedingsstoffen in het hardvoer, en ontwikkelt hij geen zichtbare of onzichtbare kwalen.

Geen kunstmatige stoffen
Goed voer, of het nu biks is of gemengd voer, bevat geen (chemische) kleur en smaakstoffen of synthetische conserveermiddelen en chemische anti oxydanten zoals Ethoxyquine, BHT (E321) en BHA (E320). Een natuurlijke anti oxydant is Tocoferol (Vitamine E). Door het gebruik van natuurlijke conserveermiddelen is het voer helaas slechts beperkt houdbaar, meestal maar zo'n zes maanden.