Lieve Kleine Henk, |
|
|
terug |
December 2004: ineens stond je daar, in een doos op m’n bureau, omdat iemand anders je niet meer wilde. Eigenwijs en onbevreesd stak je je grijze koppie over de rand. Het was de bedoeling dat ik je mee zou nemen naar “Bunny Bin” maar toen ik je zag was ik verkocht en jij ook, want toen je bij ons in huis kwam wonen koos je mij als je “konijnenvriend”. Iedere morgen liet ik je los en draaide je achtjes om me heen voordat we samen naar het journaal keken, ik op de bank, jij op tafel. Je zat ook graag bij Selie, maar als je me de trap af hoorde komen rende je naar de keukendeur en ging op me zitten wachten. Wat heb ik vaak bijna op je getrapt als je weer eens achter me aan sloop. Zat het eens een dag niet mee dan zorgde jij voor afleiding. Je was een diertje met een hoge aaibaarheidsfactor en een groot “ontstresser”. Het gat in onze bank en de gehavende vitrage zijn je vergeven! Echt een gezonde eter was je niet. Je sukkelde altijd met je veel te ingewikkelde maag- darmstelsel. Deze keer ging het mis ondanks het snelle bezoek aan de dierenarts. En nu heb ik je vandaag begraven. Dat doet pijn, erg pijn, ik mis je heel erg. Ik denk dat jouw kleine grijze geest nog lang door onze kamer zal zweven en dat ik nog vaak tevergeefs om zal kijken of je me niet aan het stalken bent. Kleine Henk, bedankt voor je vriendschap, je betekende heel veel voor me. Ik weet niet of er een konijnenhemel is, mocht die er zijn dan hoor jij daar thuis: je was zó lief... Je vriend Siem.
|
![]() |